Dagboek Venezuela PDF Afdrukken E-mail

vrijdag 07 juli 2006

Dag 1: De aankomst

De vlucht van Amsterdam - Frankfurt - Caracas was goed. De aankomst op Caracas was niet wat ik verwacht had. Het vliegveld had een moderne entree en werden onze paspoorten gecontroleerd. De vragen die gesteld werden ¨Wat is je doel in Venezuela¨ en ¨Voor hoelang blijf je¨.

Eenmaal door de douane wordt je besprongen door ¨mannetjes¨ die geld willen wisselen. Zelfs de officele beveiligers wisten wel wat om je geld afhandig te maken om tegen een slechte koers het geld te wisselen. Even was ik de reisgroep kwijt en werd ik begeleid door 1 van de beveiligers naar een wisselkantoor. Hij vroeg aan mij of ik bleef in Caracas, maar ik vertelde hem dat ik rond ging reizen. Hij vertelde ¨Caracas no good, lot of shooting¨. Gelukkig wist ik nog wel waar een aantal reisgenoten waren en ben ik verder gelopen om een pinautomaat te zoeken. De reisleider wees mij later de weg en vroeg aan dezelfde beveiliger om mij daar naar toe te brengen. Met de zekerheid dat hij officieel beveiliger is. Hij leek een beetje op Najib Amhali met die grijns op zijn gezicht.

De organisatie die de reis organiseerd en in samenwerking met Djoser hier werkt, is in handen van een Duitse familie. De chauffeur is wel een Venezuelaan, Hugo genaamd. Onze reisleider is een Nederlander die vloeiend Latijns Spaans spreekt. Eenmaal aangekomen in onze eerste posada werd ons gewezen op het gevaar dat je niet alleen over straat moet lopen s´avonds. De eerste stop was in Catia la Mar. Dat is een aangrenzende plaats aan Caracas met uitzicht op de Caraibische zee.

Dag 2: De reis naar Puerto Cabello

Deze tweede dag zijn we naar Puerto Cabello gereden. Deze middelgrote stad bestaat uit veel jonge mensen. Het bezit een grote haven. Deze plaats heeft ook een Nederlandse achtergrond. Het waren de Nederlanders die in deze plaats zorgde voor de logistieke afwerking van het verschepen van de goederen. Door het gevaar van de Spanjaarden, bouwde de Nederlanders een fort die uitkijkt over Puerto Cabello. Dit fort heb ik bezocht en zal te zien zijn op foto´s.

Na het bezoek aan het fort reden we naar de posada waar we voor 2 nachten zouden blijven. Een posada die zeer aan te raden is als je ooit in Puerto Cabello komt.

Na dat Italie wereldkampioen werd, was het feest in Venezuela. Vele toeterende auto´s en overal Italiaanse vlaggen. Ook beschilderde auto´s in de kleuren van de Italiaanse vlag. Dit komt doordat veel Italianen in Meer lezen over de duiken, kan hier.

De avond was een relax avond. Wandelen over de boulevard en wat eten bij 1 van de eetgelegenheden aan de boulevard.

Dag 4: Richting de Andes

Dag 4 werd de langste reisdag. Ruim 800 km! Onderweg stopte bij en botanische tuin met meer dan honderden verschillende tropische planten. Boven in de bomen leven brulapen en was het noodzakelijk om rekening te houden dat deze apen plassen en poepen zonder rekening te houden met wat er onder hun loopt.

De tuin was mooi, maar viel ook een beetje tegen. De planten waren mooi, maar leken allemaal op elkaar. Het klooster wat nu de ingang is, was wel mooi om te zien. Door deze tuin, genaamd La Mision, hebben we 4,5 km gelopen. De tuin zelf is 10 hectare groot.

De volgende stop was voor de lunch. Deze lunch werd gedaan in een plaats waren meerdere restaurantjes naast elkaar zijn. Voor elke restaurant staan vrouwen die je naar binnen schreeuwen, letterlijk. Maar we hadden al gereserveerd en het eten was goed. Ik had een vissoep met een mix van schelpdieren.

Na een aantal keer gestopt te zijn, kwamen we rond half 8 plaatselijk tijd aan in een posada vlakbij Timotes. Timotes ligt in de Andes en is gesticht door de Timotes indianen. Helaas zijn er nagenoeg geen volbloed Timotes indianen meer. Dit komt doordat de Spanjaarden gedurende de overheersing veel mannen vermoorden en zorgde ervoor dat de vrouwen met de Spanjaarden moesten trouwen of werden verkracht. De mensen die er nu leven hebben nog wel het uiterlijk van een Andes Indiaan.

Dag 5: Merida

Deze dag staat in het teken van de reis naar Merida. Via de Adelaarspas (hoogte 4200 meter!) waar we ook nog een stop maakte. Deze pas is bekend om dat via deze pas Simon Bolivar de strijd won tegen de Spanjaarden. Simon Bolivar word hier aanbeden, omdat hij 5 landen bevrijde van de Spanjaarden. Onder andere Bolivia, Colombia en Venezuela. Dit deed hij met indianenen en Engelse huurlingen.

Het ademen op deze hoogte was nogal lastig. De zuurstof wordt op deze hoogte gehalveerd in vergelijking met zeeniveau. DIt was te merken door een meer benauwd gevoel, licht in me hoofd en een snelkloppend hart. Dit was verder niet gevaarlijk, omdat we niet langer dan 3 uur verbleven op deze hoogte. We bleven daar ongeveer 45 minuten.

Bij de volgende stop bezochten we een stichting die vecht om de Condor voor uitsterven te behoeden. De Condor, een afstammeling van de gieren, is een heilig dier in de Andes landen. Door zijn spanwijdte (3 meter) is dit dier een symbool voor voorspoed en moed. De twee condors die in de kooi zaten, waren niet zo bewegelijk. Dit bezoek werd afgesloten met een film over de condor. De condor was namelijk in de jaren 60 officieel uitgestorven in de Andes op de in dierentuin levende condors. Deze werden gefokt en werden er 5 condors uitgezet in de Andes. Echter het doel om de condor weer op zijn oude niveau terug te brengen is op de dag van vandaag nog niet gehaald.

Na het bezoek aan de condors, reden we naar Merida. Een stad waar 10% student is. Merida bezit namelijk 1 van de grootste universiteiten van Venezuela.

Dag 6: Los Nevados

Op deze dag zijn we vroeg vertrokken naar een indianendorpje in de Andes op 2700 m hoogte. De bus die ons de hele reis begeleid kan daar niet komen, dus zijn we met 3 terreinwagens (4x4) de bergen in gegaan. Langs smalle bergpaden en rotsachtige wegen. Soms lag er een koe op de weg, maar door wat getoeter ging die wel opzij. Onderweg nog gestopt om wat te eten. Een lekker pasteitje en vruchtendrank. Allemaal direct klaar gemaakt, dus lekker vers.

De rit naar Los Nevados duurde ruim 4 uur. Dat was een behoorlijk zit. Zeker nadat ik deze ochtend niet helemaal lekker voelde. Eenmaal aangekomen in het indanendorp was het uitzicht verbluffend mooi. In de verte verschillende bergpaden en kleine huisjes. Met zeker 7 arenden die boven ons vlogen. De mensen die de posada bezitten is een oude man, een wat jongere vrouw met haar 2 kinderen. De slaapplaats was zeer eenvoudig. We deelde de kamers, douche en wc. Dit laatste is hopelijk niet te vervelend geweest voor de andere reisgenoten ;)

Dag 7: Terugtocht naar Merida

Na het verblijf in Los Nevados was het tijd om terug te gaan naar Merida. Niet met de terreinwagens, maar per muilezel en gondel. Deze dag vertrokken we weer vroeg per muilezel naar een punt van 4200 m. Via zandwegen en rotsachtige bergpaden werden we in 3 groepen begeleid door de locale mensen. Die met indanenkreten en gefluit de aandacht en dominatie van de muilezels en paarden wisten te houden.

Gelukkig dat geduurde de 4 uur duurenden rit het niet regende. Dit had de tocht veel zwaarder gemaakt. Dit was al een behoorlijke opgave, omdat ik niet veel gegeten had en de omstandigheden toch zwaar waren. De kou en de ijle lucht op die hoogte speelde zeker mee. Ook hier was het uitzicht bijzonder.

Eenmaal op 4200 m hoogte aangekomen, moesten we nog ruim een half uur lopen naar het gondelstation. Helaas regende het aan de andere kant van berg wel. Dit maakte de rotsenpaden glad en moest ik wel opletten waar ik me voeten plaatste. Bij de gondel aangekomen, was ik doorweekt en was het koud. Gelukkig had ik me badhanddoek bij me en was het in Merida wel warm.

In Merida verbleven we in deze posada als op dag 5 - 6. Na een prima douche en eet Mcchicken menu in de stad hier, voelde ik me weer een stuk beter.

Dag 8: Pech reisdag - Op weg naar de Llanos

Het vertrek vanuit Merida was vroeg. Er stond een lange reisdag van 14 uur voor de boeg. Na 2,5 uur rijden sloeg het noodlot toe. De bus kwam met pech te staan. Een kaporte Vsnaar en lekkende olie was de oorzaak. Dit hield in dat we van half 9 tot half 1 konden wachten op vervangend vervoer. Het werd een bus die wel groter was dan waar me mee waren. Aangezien we nog niet ontbeten hadden, was dat de volgende prio.

Onze reis naar San Fernando duurde uiteindelijk 19 uur!!

Dag 9: Los Llanos

Na de tussenstop en de overnachting was ik aan de malariatabelleten begonnen . De volgende dag voelde ik me niet goed. Ik was misselijk en voelde me koortsig. Met dit gevoel ben ik wel verder gegaan. We hadden een safari voor de boeg.

Herbij zagen we kaaimannen, capibara´s, vogels een schildpad en werd er door 1 van de tourleiders een pirhana gevangen. Erg gaaf om te zien. Deze pirhana namen we mee voor later terug in het kamp. Daar wachtte grote krokodillen in kooien ons op. De pirhana werd gevoerd aan deze krokodillen.

De safari was erg regenachtig en helaas hebben we geen anacoda´s gezien.

Dag 10: San Fernando - een tussenstop

Wederom een reisdag en een dag waarop ik me bijzonder rot voelde. Ik heb dan ook niet echt veel meegemaakt van de reisdag. Door een reispilletje was ik de hele dag duf en heb ik veel geslapen in de bus.

Bij aankomst in San Fernando ben ik dan ook meteen het bed ingedoken.

Dag 11 - 12 - 13: De jungle

Na het verblijf in San Fernando reden we verder zuidelijke richting. Even voorbij Puerto Ayacocho was ons verblijf midden in de jungle aan de Orinoco rivier. Ons kampement was erg gezellig. De huisjes waren van die rietendaken huisjes met douche, wc en 2x 1 persoonsbed met klamboe. Het ontvangst was leuk met een drankje en het eten was er ook goed.

De volgende dag heb ik de hele dag rust gehouden. Een beetje geslapen en gelezen. Aan die rivier was het leuk verblijven. Aan de overkant zagen we Colombia. Dat was dus dichtbij. In de stad waren dan ook veel militairen en politie, omdat ze in Venezuela het niet erg hebben op Colombianen.

Dag 13 - 14: Nog meer jungle

Na het verblijf aan de Orinoco hadden we een dag van reizen voor de boeg. De reis over wegen met gaten en hobbels duurde ongeveer 7,5 uur. (Groot land he?). De laatste anderhalf uur reden we door de jungle. Modder en diepe plassen maakte het de chauffeur niet lastig en kwamen we met een vieze bus uiteindelijk terecht aan een kampement aan de Rio Caura, een zijtak van de Orinco.

We zaten ongeveer in het midden van Venezuela. De komende 2 nachten werden doorgebracht in gedeelde slaapplaatsen met hangmatten. De familie die het kampement bezit, zorgde voor het eten.

Continu hoorde je kreekels, sprinkhanen, wilde papegaaien en vloog er vanalles om je heen. Overdag was er geen electriciteit. Dat werd ´s avonds door een generator rond half 6 anders. Deze generator zorgde dat de familie kon koken en het kamp enigzins verlicht werd.

De volgende dag stond een boottocht over de RIo Caura op het programma. De tocht was erg leuk en bezochtte we indanen. Onderweg zagen we zoetwaterdolfijnen springen. DIt zijn kleinere exemplaren dan die in de zee leven.

De eerste indianenstam was vrij goed georganiseerd. Doordat de mens op ´vakantie´waren, was het niet zo druk. Enkele spelende kinderen en wat achterblijvers verwolkomde ons met koopwaar zoals armbanden en kettingen. De kinderen waren grappig, omdat ze natuurljik de aandacht zochtte. In het dorp hebben ze 2 schooltjes. Niet zoals in Nederland, maar hele simpele gebouwen waar ze leerde tellen en waar ze was spaanse woorden leerden.

De tweede stam was totaal anders. Een zooitje vergeleken met de eerste. De meeste vroegen geld voor een foto en niet zo een beetje ook. Echte handelaars dus. Deze stam bezochtte we dan ook niet zo lang.

Dag 14 - 15 - 16 - 17: Cuidad Bolivar

Na 4 dagen jungle is het tijd voor de stad. Nog een stuk oostelijker van Venezuela ligt Cuidad Bolivar. De stad waar Simon Bolivar de uiteindelijke overwinning behield op de Spanjaarden.

Waar een groot gedeelte weer terug ging naar de jungle voor de Angel Falls hebben wij dus gekozen om in de stad te blijven. Ik had wederom last van reizigersdiarree en was ik nogal uitgedroogd. Dit bleek na een bezoek aan de plaatselijke klinkiek en heb ik dan ook medicijnen gekregen.

Deze dagen heb ik rustig doorgebracht in een redelijk goed hotel.

Dag 17 - 18 - 19: De Fransman

Na een rustig weekendje Cuidad Bolivar ging ik weer met volle moed de laatste week in. Ongeveer 68 km van Puerto Ordaz ligt mijn volgende verblijfplaats voor 2 dagen. De maandag aangekomen na een reis van ongeveer 2 a 2,5 uur. Dat viel dus mee in vergelijking met andere dagen.

Deze verblijfplaats is op een berg met uitzicht over een deel van de Orinoco delta en wordt beheerd door een Fransman. Een praatjesmaker bleek al snel, want praten kon hij wel. Ik verbleef met nog 4 andere in een grotere huis achter een stel rotsen. Welliswaar een beetje in een hoek, maar aan de andere kant was een mooi uitzicht op de bergen er omheen.

S'avonds bij het diner bleek al snel dat het organisatorisch niet goed in elkaar was gezet. Het eten werd apart opgeschept en met liep de hele tijd naar de keuken (ander gebouw ernaast) om nieuw deel van het diner te halen. Het eten zelf was niets bijzonders. Bleek ook dat de kok een jonge jongen was die totaal niet kon koken. Dat bleek ook weer bij de lunch en het diner van de volgende dag.

Het slapen was ook een regelrechte blamage. Het was er benauwd (we hadden ventilatoren te kort) en het gaas om de ongedierte te stoppen, zat vol met gaten die groot genoeg was voor de muskieten. Dit hebben we dan ook geweten en werden we met zonsopgang onaangenaam verrast met heel was steken.

Dag 18 heb ik geprobeerd om paard te rijden. De Fransman had er een stal met 4 paarden. Deze paarden wilde echter niet en verzette dan ook geen stap. Na was getrek door de staljongens ging het dier dan toch lopen. In totaal 20 minuten op het paard gezeten maar verder dan 2 km kwam ik niet. De overige 3 paarden hadden ook niet veel zin. In plaats van paard rijden, doken het het zwembad in. Dit was lekker verfrissend, omdat de lucht erg viesvochtig was.

In de namiddag hebben we een bezoek gebracht aan 1 van de forten van Los Castillos de Guayana. Een mooi fort met uitzicht over andere zijtakken van de Orinoco rivier die onderdeel zijn van de delta. De delta heeft overgens ongeveer 70 takken die uitmonden in de zee. Daarmee is deze delta één van de grootste van de wereld.

Om bij het fort te komen, moest eerst een stuk stijl omhoog gewandeld worden. De portier is een inwoner van het beneden gelegen dorpje waar het pad naar het fort begint. Er liep ook een jongetje mee met 2 mango's. Vermoedelijk om ze te verkopen, maar hij deed geen poging. Even later zat hij ze zelf lekker op te eten.

Het avondeten was Pabbiljon. Echter niet zo lekker als de eerste keer. Zoals al bekend, de kok bakte er niets van en de Fransman die beloofde om voor de laatste nacht nog 2 extra ventilatoren te kopen was ook niet waar gemaakt.

De volgende ochtend was het weer vroeg dag. Een lange reisdag richting Caripe stond voor de boeg.

Dag 19 - 20: Caripe

Na een redelijk lange reis uit de delta kwamen we aan in Caripe. Bij Caripe is een ingang van een grottenstelsel die meer dan 10 km bij elkaar is. Echter wij komen niet verder dan 400 meter. In deze grot leven duizenden olievogels als een soort vleermuizen. S'avonds rond 19.00 uur komen zij naar buiten om elders in het leefgebied dat gaat tot aan de delta, eten te zoeken voor zichzelf en voor de jonkies. Rond 19.00 uur waren we dan ook aanwezig bij de grot om de uittocht te zien.

Na het verblijf in een hotel met een goed bed en een lekkere warme douche, konden we na 1 nacht ons opmaken voor het verblijf op onze laatste locatie van de reis.

Dag 20 - 21 - 22 Tacarigua de la Laguna

Witte stranden, palmbomen, houten huisjes, cocktails, zeer warme zon en een open zee. Dit waren de ingredienten voor een 3 daags verblijf in de lagune. Helaas was de zee niet zo groen/blauw als gehoopt, maar warm genoeg om een duik te nemen. Aangezien we met 20 personen waren, waren bijna alle huisjes voor onze groep en hadden we het hele strand tot onze beschikking.

Rond 17.00 uur was het tijd met de motorbootjes de rode ibissen te gaan spotten. Deze komen aan het einde van de middag bijeen op een eiland midden op een groot meer tussen de mangrovebossen. Met hele groepen kwammen ze aangevolgen en was het erg mooi om te zien hoe ze daar samen een potje zitten te kraaien. Na twee goede nachten was het einde dan toch genaderd om richting Caracas te gaan voor het vliegveld. Na enkele uren rijden, namen we afscheid van de chauffeur Hugo en de reisleider André. Het inchecken verliep voorspoeding en de voorgenomen volledige controle was niet aan de orde. Dit schijnt de dag ervoor enkele uren vertraging te hebben gezorgd en hebben ze nu maar achterwegen gelaten.

Dag 23: Aankomst in Europa

een redelijke vlucht die voor het gevoel toch snel ging (10 uur 15 minuten), kwamen we aan op Frankfurt. Hier hadden we 2 uur voordat onze vlucht naar Amsterdam gereed zou staan. Bij aankomst werden we gefoulleerd en besnuffeld door een Duitse herdershond. Natuurlijk zo eerlijk als wij allen zijn, hebben we de sneeuw achterwegen gelaten.

De vlucht naar Amsterdam verliep erg snel en waren we veilig geland op Schiphol.

Wist je dat…:

* er in 2002 nog een staatsgreep was en dit bijna tot afzetting van de Chavez regering leidde

* eeuwen geleden de Nederlanders geholpen hebben bij het opzetten van de logistieke verwerking van producten in Puerto Cabello

* de Nederlanders daar uiteindelijk zijn verdreven door de Spanjaarden

* het gebied Los Llanos vergeleken wordt met het Wilde westen van de VS waar vooral cowboys te zien zijn.

* Simon Bolivar, de bevrijder van de meeste Zuid-Amerikaanse landen op de Spanjaarden, nog steeds de grootste held is van Venezuela

* de staat Bolivar, de berg Pico Bolivar, de stad Cuidad Bolivar heet

* en er in Venezuela betaald wordt met de Bolivar

Laatst geupdate op ( woensdag 24 januari 2007 )